Our Stories

Image

Stories of Molo-Oekoe

Molukse Verhalenvertellers vertellen hun verhalen, die het Molukse volk zo bijzonder maakt. Ami Pakuma, katong tjerita, wij vertellen en laten ons verhaal achter.

Jouw verhaal kan ook mijn verhaal zijn, we hebben overeenkomsten maar ook verschillen, wij dragen dezelfde pijn, hebben veelal dezelfde percepties maar hebben ons eigen weg afgelegd en zijn we daar waar we wezen moeten.
Wat heb jij ervaren, wat heb jij gevoeld, ben je steeds dezelfde Molukker of ben je veranderd? Al deze vragen en antwoorden geven we vorm in jouw interview. Niet alleen voor jezelf, je eigen generatie maar ook voor de komende generaties.
Image

Tatiana Wenno

Waarom doe je wat je doet?” Deel 1.

Mijn naam is Tatiana Wenno. Ik heb een Molukse moeder, Emmy Wenno en een Macedonische vader. Als enig kind ben ik opgegroeid in Vught. Tot mijn 3e heb ik in het woonoord Lunetten gewoond en daarna zijn we verhuisd buiten het kamp. Als ik denk aan de Molukse cultuur, denk ik aan, familie, gemeenschap, warmte, eten, rituelen, gebruiken en tradities. De andere kant van de gemeenschap toont mij de taboesferen van verdriet, afgunst en boosheid en de rijke complexe (koloniale) geschiedenis. Daar ik alleen door mijn moeder ben opgevoed, is de Molukse cultuur mij met de paplepel ingegoten. Als kind heb ik een vrolijke onbezonnen jeugd gekend, waarin ik gewoon kind mocht en kon zijn. Mijn wijlen oom Jacob en opa Frans hebben hierin ook een zeer belangrijke rol vervuld. ‘Je papiertje halen’ was een belangrijk thema in ons gezin. Hierdoor werd ik altijd gestimuleerd om opleidingen te volgen die ik leuk vond. Na mijn opleiding tot interieurstyliste wilde ik graag nog een HBO studie volgen, dat werd Media en Entertainment Management. Tijdens de beide opleidingen kwam ik met andere bangsa in contact. Vanaf de eerste dag zijn daar vriendschappen ontstaan die tot op de dag van vandaag nog steeds goed zijn. Aangezien mijn tienerjaren rond het jaar 2000 plaatsvonden, zo confronterend is dit, het is alweer 24 jaar geleden), kijk ik met veel trots terug op de tijden van de bomberjacks met emblemen. De megafestatie, pesta2 en (vechtpartijen). (Lees verder in deel 2.)
Image

Wenno (2.)

”Vanaf mijn 25e jaar heb ik veel aandacht gespendeerd aan het ontwikkelen van mijn zakelijke carrière.” Deel 2.

De vriendschappen die ik in deze tijd heb opgebouwd met mede Molukkers, bestaan nog steeds. We spreken nog steeds met elkaar af en zien elkaar regelmatig. Voor mij zijn dit solide vriendschappen, waar ik op kan bouwen en die ik mag vertrouwen. Zelfs na 24 jaar praten ook wij nog regelmatig over de ervaringen van ‘vroeger’ vooral verhalen over geesten doen het elke verjaardag weer goed!. Vanaf mijn 25e jaar heb ik veel aandacht gespendeerd aan het ontwikkelen van mijn zakelijke carrière. Het beklimmen van de corporate ladder (wat die ook moge betekenen) had een prominente rol in die levensfase. Na 7 jaar aan mooie promoties, was ik de situatie ontgroeid en was het tijd voor iets nieuws. Dit is de start geweest van een nieuwe fase waarin ik verschillende systemische opleidingen heb gevolgd, vanuit een intergenerationeel en transcultureel perspectief. Traumaverwerking, familieopstellingen, migratie en verplaatsing en de doorwerking van culturen op individuen stonden hierin centraal. Parallel hieraan ben ik mijn coachpraktijk Touch of Fierce gestart. In mijn praktijk begeleid ik o.a. Molukse jongeren met verschillende vraagstukken; van o.a. onbestemd verdriet tot ongeuite woede. Wat ik graag bijdraag aan de gemeenschap is om te vertrouwen op en in jezelf. Om je eigen pad te bewandelen, zonder dat je druk hoeft te maken wat een ander daarvan vindt. Maar het allerbelangrijkste wat ik wil bijdragen aan de gemeenschap is het creëren van bewustwording van (on)zichtbaarheid van jezelf. Dat je durft op te komen voor je eigen behoeftes en jezelf niet wegcijfert voor een ander of jezelf daarin (te) bescheiden opstelt. Dat kan beginnen in je eigen gezin, familie, op het werk, bij vrienden etc. Wanneer we onszelf en de ander beter begrijpen, is er de keuzevrijheid om op een andere manier te reageren op mensen & situatie(s). Deze bewustwording kan bijdrage aan heling in jezelf, gezin, familie etc. Wat ik graag zou willen meegeven aan de volgende generatie is om je talenten te omarmen en in te zetten voor de dingen waar jij gelukkig van wordt. Blijf verbonden met je roots want dat kan een groter anker zijn dan je denkt. Probeer de toegevoegde waarde van gemeenschapszin te blijven waarderen in deze individuele maatschappij.
Image

Maria Latuheru

“Wanneer elk Moluks individu aan zichzelf zou werken en het helingsproces door zou gaan, dan pas kunnen we als Moluks volk in onze eigen kracht staat.” Deel 1.

Mijn geboortenaam is Maria Magdalena Latuheru. Mijn roepnaam is Mary. Ik ben 54 jaar en hoop dit jaar 55 jaar te mogen worden. Ik ben van de 3e generatie. Ik ben in Rotterdam geboren en vernoemd naar mijn oma, moeder van vaderskant. Zij heette Maria Magdalena Pattisina uit Suli. Mijn vader is Mattheus Latuheru uit Kilang kediamandi Naku. Mijn moeder is Regina Suitela uit Suli. In 1951 zijn mijn ouders, beiden toen tieners, met mijn beide grootouders aan boord van de Fairsea, naar Nederland gekomen. Vanuit Amersfoort vertrok mijn vader met zijn ouders, 2 broers en 1 zusje naar Eijsden, waarna het gezin Latuheru naar het kamp IJsseloord in Capelle is verhuist. Mijn moeder woonde eerst met haar ouders, 2 broers en 4 zusjes in kamp Vught. Daarna vertrok het gezin Suitela naar de wijk Moordrecht. Hier is de jongste broer van mijn moeder geboren. In 1963 trouwden mijn ouders en kwam mijn moeder in het kamp IJsseloord wonen. Ik kan mij weinig herinneren van het kampleven. Ik was bijna 2 jaar toen mijn ouders, mijn zus, mijn broer en ik in 1972 van het kamp naar de wijk in Capelle verhuisden. Ik kom uit een gezin bestaand uit mijn ouders, 2 zussen en 1 broer. Mijn oudste zus Aletta was reeds bij de geboorte overleden. Zij is vernoemd naar mijn oma van moederskant. Mijn oma heette Aletta Tapilaha, uit Waai kediaman in Suli. Ik ben opgevoed door 2 lieve ouders, die hun uiterste best hebben gedaan om ons alles te geven wat we nodig hadden. Het verleden van mijn ouders heeft hun wel getekend. Mijn vader heeft in de oorlog van zijn 5e tot 10e levensjaar in een jappenkamp gezeten. Samen met mijn oma en zijn 2 broers. Mijn moeder heeft, bij de aanval van Suli door de Japanners, voor haar leven moeten vluchten. Samen met mijn oma en haar jongere zusje zijn ze naar de bergen gevlucht, achterna gezeten door de kogels. Het zijn traumatische ervaringen geweest voor mijn ouders. Als kind merkte ik dat in de opvoeding, die werd meer aangestuurd vanuit angst en onzekerheid. Dat heeft mij gevormd. Ik vraag mij wel eens af hoe moeilijk het voor hen en mijn grootouders geweest moest zijn om in een vreemd land opnieuw te moeten beginnen. Het opnieuw beginnen is een thema in mijn eigen leven. Ik kan wel zeggen dat ik een bewogen leven heb. Ik heb een scheiding achter de rug , diep in de schulden gezeten en er weer uitgekomen. Het afgelopen 5 jaar te kampen gehad met diverse gezondheidsklachten waaronder longembolieën en twee keer overstijgen van kanker. Ik ben in mijn leven door donkere perioden heengegaan. Die donkere perioden hebben mij veel gebracht. Aan het eind van de tunnel is er altijd Licht. Gelukkig heb ik dat Licht ook mogen zien. Ik sta nog steeds overeind en ben nog sterker dan voorheen. Die donkere perioden hebben ervoor gezorgd dat ik anders in het leven ben gaan staan. Ik ben bewuster geworden van de aanwezigheid van God. Ik ontving de kracht om weer op te staan. Ik paste zelfreflectie toe en ging door een helingsproces. Ik noem het de ontdekkingsreis in mijn hart. Tijdens het helingsproces ben ik terug gaan blikken naar alle ervaringen die ik heb gehad van peuter tot kind en jong volwassene. Een vorm van zelfpsychologie. Ik trok mij het lot van ons volk erg aan, het onrecht dat ons was overkomen. Het vormde mij. Ik zie nog het beeld voor me van mijn huilende grootouders toen de tv beelden werden getoond van de ‘bestorming’. (Lees verder in deel 2.)
Image

Latuheru (2)

“Willen we dingen veranderen, dan moeten we bij onszelf beginnen.” Deel 2. 

Mijn levenservaringen hadden mijn beeld t.a.v. de Nederlander en de overheid negatief gevormd. Het was voor mij een worsteling om als Molukse mijn weg in de Nederlandse samenleving te vinden. Mijn scheiding in 2003 was het omslagpunt in mijn leven. Ik besloot mijn eigen weg te gaan. Denkbeeldig trok ik de deur van de Molukse wereld achter mij dicht en stapte uit mijn comfortzone. Ik volgde mijn eigen weg en deed bij verschillende organisaties vrijwilligerswerk. In die tijd werd ik op mezelf teruggeworpen. Juist door alleen mijn weg te vervolgen kwam er ruimte vrij om mij met diverse mensen en doelgroepen te verbinden. Als vrijwilliger hielp ik bejaarden op de Zonnebloemboot. In de Pauluskerk in Rotterdam stond ik tussen de verslaafden, dak- en thuislozen, mensen met psychische problemen. Daarna liep ik een tijdje rond als kerk vrijwilliger in P.I. de Schie en ondersteunde de pastoor en dominee met kerkdiensten voor gedetineerden. Daarna stuitte ik in  Den Haag op een groep uitgeprocedeerde asielzoekers. Door de laatste groep werd mijn focus gericht op de mensenrechten van alle mensen en niet alleen van mijn eigen volk. Door de verbindingen te maken met verschillende doelgroepen leerde ik  met de ogen van mijn hart te kijken. Ik sloeg bruggen met mensen uit andere culturen en religies. Mijn blik werd verruimt, mijn beeld van de wereld en mens veranderde in positieve zijn. Ik leerde mezelf beter neer te zetten als individu. Wat mij ook erg geholpen heeft, is de tijd dat ik als diaken in de Nederlandse kerkgemeente ‘de Gaarde’ aan de slag ging. Ik leerde de Nederlander kennen in hun denken en handelen met het resultaat dat ik nu vanuit liefde naar ze kan kijken. De haat in mijn hart is verdwenen. Ook in mijn betaald werk maakte ik de omslag van administratief medewerkster naar begeleider in de GGZ. Binnenkort start ik met een HBO opleiding Social work en mag ik binnen de organisatie een andere functie bekleden, meer op beleid gericht. (Lees verder in deel 3.)
Image

Latuheru (3.)

“Het Moluks volk is een rijk volk en kent mooie eigenschappen als verbondenheid.” Deel 3.

Door mijn eigen weg te bewandelen kan ik nu de geschiedenis van mijn volk accepteren en vanuit verschillende perspectieven bekijken. Ik zie het Molukse volk, mijn ouders, mijn grootouders en mezelf niet meer als het slachtoffer. Het leven heeft mij geleerd dat je uit de slachtofferrol moet stappen wanneer je als individu vooruit wilt komen. Dit geldt ook voor een collectief. Als volk kan je niet in een slachtofferrol blijven zitten en elke keer terug verwijzen naar het verleden. Dit kan tot stilstand leiden. Wat ik de huidige generatie zou willen adviseren is: heel de pijn. Het Moluks volk is getekend door transgenerationeeltrauma. Trauma’s dienen geheeld te worden, zodat we als volk in onze eigen kracht kunnen staan en vooruit kunnen komen. Mijn advies voor de volgende generatie. Ga vooral zo door. De jongere generatie heeft een voorsprong op de oudere generaties. Zij weten zich als individu beter te presteren en neer te zetten, maar missen de positieve invloed die de 1egeneratie op mijn generatie heeft gehad. Het Moluks volk is een rijk volk en kent mooie eigenschappen als verbondenheid, het omzien naar elkaar, sterk gevoel van rechtvaardigheid en gerechtigheid en trouw zijn aan God. We zijn een volk van strijders. Dit zijn de mooie dingen van het Moluks zijn. Dit is mijn inziens onze basis, daar ben ik trots op.
Image

Unu Sohilait

“Mijn oude leven heb ik achter mij gelaten en mijn nieuwe leven ga ik tegemoet en wil ik graag delen met anderen.” Deel 1.

Ik ben ikke. Mijn naam is Junus Sohilait vernoemd naar mijn opa, 2e generatie Molukker. Mijn vader Paul sohilait. Mijn moeder Ona Siwalete beide van kampong Alang. In 1951 zijn we aangekomen en kort erna in de maand juli ben ik geboren In Middelburg en ben ik de oudste van 9 kinderen. Later verhuisde ons gezin naar Ijsseloord. Ik ben trots op mijn vader door wat hij allemaal heeft meegemaakt. Mijn vader zat in het ondergrondse verzet van de RMS en is tevens één van de oprichters van de KPK (Korps Pendjagaan Keamanan) tevens was mijn opa KNIL militair. Wat ik nog van mijn vader kon herinneren is dat hij altijd principieel was en heeft gezegd; zolang Ambon niet vrij is ga ik niet terug”. In 1990 werd het anders en had hij nog het verlangen om naar Ambon te gaan. Wij kwamen erachter dat hij in opdracht van het verzet in Nederland een brief moest afleveren bij het ondergrondse verzet op Ambon. Dit vertelde hij in het vliegtuig tegen mijn zus die ook meeging. Zij moest beloven dat wanneer hij in Ambon opgepakt zou worden, ze met mijn moeder direct terug zou gaan en zijn paspoort mee te nemen. De reis heeft hem een stuk rust gebracht toen de opdracht voltooid was en kon hij pas van zijn vakantie genieten. Na deze vakantie overleed mijn vader. Mijn moeder is een lieve en zorgzame vrouw met een groot hart die 9 kinderen heeft opgevoed. Ik heb een strengere opvoeding dan mijn jongere zusjes en broertjes en de meeste klappen gehad wat resulteerde dat ik vaak van huis wegliep. Mijn vader was een harde werker en zorgde hij ervoor dat wij niks te kort kwamen. Wij zijn een muzikale familie en hebben wij dit aan onze vader te danken. Muziekinstrumenten had hij voor ons gekocht en heb ik mezelf alles aangeleerd. Als freelance percussionist heb ik bij veel Nederlandse bands gespeeld en hierin veel ervaring opgedaan. Nu ben ik gitarist geworden. Zo heb ik in een jazz café in Jakarta “the Black Cat” gespeeld, samen met gitarist Jantje Manusama en bekende zangeres Davavina Radja uit Jakarta. Samen met mijn toenmalige vriendin hebben we een zoon die vernoemd is naar een percussionist uit Brazilië, mijn schoonvader en mezelf; Pancho, Paulinho, Uno. Door veel aan het werk te gaan was ik gestopt als muzikant. Ik was lasser, maakte overuren en was vaak in het buitenland te vinden. Dit heeft ertoe geleid dat ik in een een burn-out terecht kwam, wat me overigens veel pijn en verdriet heeft gegeven. Toen ik 55 jaar oud was heb ik verschillende herseninfarcten gehad waardoor ik alles opnieuw moest leren, anders ging denken, voelen en uiten. Ik was verlamd geraakt en kreeg Afasie. Hierdoor kon ik niet meer werken met als gevolg afgekeurd te zijn voor mijn werk. Het revalidatie traject van jaren begon en woonde ik toen in Rotterdam. Vanaf mijn 20e tot mijn herseninfarct heb ik een leven van pijn en verdriet gehad. Ik heb veel geleerd van het vroegere leven en wil ik nu het leven leiden dat mij gelukkig maakt. (Lees verder in deel 2.)
Image

Sohilait (2.)

“Ik ben de Heer dankbaar dat mijn zoon liefdevol met zijn zoon omgaat” Deel 2.

De revalidatie heeft 4 jaar geduurd en heb ik geleerd mensen niet te (ver)oordelen en hierdoor heb ik de Lieve Here Jezus in mijn leven toegelaten. In 2008 heb ik opnieuw de gitaar opnieuw ontdekt en ben ik gaan componeren. Uit dankbaarheid aan onze lieve Heer, heb ik een lied voor de Heer gecomponeerd. Ik ben op mijn knieën gegaan en heb de Heer gevraagd om kracht, inzicht en begeleiding op mijn levenspad. Sindsdien speel ik gitaar en ook in de kerk. Toen ik opa werd ben ik wederom op mijn knieën gegaan, de Heer gevraagd om mij te leiden en kracht te geven voor mijn zoon en kleinzoon. Mijn zoon benoemde naar mij dat ik hem alles gegeven behalve liefde. Dit heeft mij veel pijn en verdriet gedaan. Ik heb toen een lied gecomponeerd met de titel “Papa, Bapa” uit dankbaarheid voor onze lieve heer. Muziek geeft mij hoop, kracht en liefde. Ik ben de Heer dankbaar dat mijn zoon liefdevol met zijn zoon omgaat. Tijdens mijn revalidatie periode was een van de activiteiten dat ik ging schilderen. Ik heb nog nooit een kwast in handen gehad, ben gaan schilderen en merkte een talent daarvoor te hebben. Ik ben kleuren gaan waarderen en weet ik nu wat kleuren voor mij betekent. Je moet openstaan voor alles, niet alleen voor licht en donker. Mijn gevoelens kan ik uiten in het muziek en het schilderen. Mijn huidige en volgende generatie zou ik mee willen geven dat ze saamhorigheid en verbinding moeten behouden. Dit hebben we van onze ouderen meegekregen en moeten we dit koesteren. Wij Molukkers zijn gek op muziek, hebben veel talenten en moeten nieuwe ervaringen aangaan. Mijn gevoel uit ik met gitaar spelen, daar zit mijn ziel en zaligheid, de Here en mijn Molukszijn.
"Leer het Molukse volk kennen door de verhalen van de Molukse Verhalenvertellers."

Laten we jouw verhaal vertellen

Wil jij je verhaal met ons delen en ook ons platform leren kennen?
Naam contact met ons op, we zullen direct reageren.

Neem contact op